In een bui van totale zinsverbijstering heeft mijn man zo’n
een vierkante meter groentebak gekocht met de nodige zaden erbij.
“Hierzo” zegt hij terwijl hij de zaadjes in mijn handen duwt
“begin er maar aan”.
Dus heb ik met volle aandacht de handleiding van al die
verschillende zaden gelezen. Sommige moet je uitkiemen binnenshuis voordat je
ze buiten plant. Sommige andere moet je onmiddellijk buiten zaaien, maar wel
opletten voor vrieskou. Sommige in april, sommige in mei, sommige heel het jaar
door. Hier moet je toch wel een beetje
hogere wiskunde voor gestudeerd hebben! Of misschien gewoon een beetje plannen.
Ik dacht, laat ons met ééntje al beginnen en als dat al lukt
zien we wel weer. De minikomkommertjes.
Stekgrond in een bakje ( een eierbakje is nog beter want dat
kan je dan volledig planten in de volle grond) en daar in elke hoek 2 zaadjes
in een putje gegooid. Hoeveel water? Geen idee. Ik doe maar wat. En nu wachten.
Elke dag gaan de kinderen kijken hoe groot de plantjes al gegroeid zijn. Het is
een ochtendritueel geworden. Alsof het magic beans zijn.
Het resultaat na enkele weken mag er zijn. Nu wachten totdat
de bak geassembleerd wordt en ze kunnen buiten geplant worden. Alhoewel het me
moeilijk zal vallen. Gaan ze het wel overleven? Gaan ze het niet te koud hebben?
En wat als het gaat vriezen, moet ik ze dan beschermen? Moet ik ze nog elke
morgen water gaan geven? Loslaten is voor elke ouder de zwaarste opgave…